In maart 2025 publiceerde Boston Consulting Group (BCG) een rapport waarin generatieve AI wordt gepresenteerd als sleutel tot hogere productiviteit in de publieke sector. Door routinetaken te automatiseren, zou AI 15 tot 20 procent extra productie opleveren — goed voor maximaal 465.000 voltijdbanen en tot 20 miljard euro aan besparingen.
Op 17 maart stelden VVD-Kamerleden Erkens en Buijsse vragen over de kansen van generatieve AI voor de productiviteit in de publieke sector. In zijn reactie erkent staatssecretaris Zsolt Szabó van Digitale Zaken het potentieel van AI, maar hij benadrukt dat de effecten op productiviteit onzeker zijn, de risico’s aanzienlijk, en succes afhankelijk is van menselijk toezicht, evaluatie en tijd. Hij verwijst naar lopende pilots en toekomstige plannen, zoals de Digitaliseringsstrategie (NDS) en het SER-advies, maar blijft terughoudend in concrete toezeggingen.
Waar BCG rekent en Szabó relativeert, blijven echter de fundamentele vragen buiten beeld. Wat betekent AI voor de aard van werk, voor de relatie tussen burger en overheid, en voor de waarden waarop publieke dienstverlening steunt? De visie op werk als méér dan een optelsom van taken ontbreekt — net als het leiderschap om AI te verbinden met publieke betekenis.

De Nederlandse publieke sector staat volgens BCG voor een dubbele uitdaging: een verwachte 425.000 vacatures in 2033, terwijl productiviteitsindicatoren al jaren stagneren of zelfs dalen. GenAI kan volgens BCG deze productiekloof aanzienlijk verkleinen door repetitieve taken zoals rapportages, klantinteractie en documentanalyse te automatiseren. Dit zou tussen de 255.000 en 465.000 voltijdbanen aan extra productiecapaciteit kunnen opleveren. BCG stelt voor te starten met vijf ‘pioniers’ in domeinen als uitkeringsverwerking, onderwijs en zorg, met nadruk op opschaling en training.
Szabó erkent dat potentieel, maar plaatst stevige kanttekeningen. De impact van AI op productiviteit is volgens hem nog niet eenduidig bewezen. In werkgebieden waarin oordeelsvorming centraal staat, kan AI zelfs tot slechtere resultaten leiden. Hij onderstreept het belang van menselijk toezicht, ethische waarborgen en een stapsgewijze benadering. Ook wijst hij op lopende experimenten en toekomstige beleidsinitiatieven.
De belangrijkste blinde vlek in zowel het BCG-rapport als de kabinetsreactie is het mensbeeld dat eraan ten grondslag ligt. AI wordt vooral benaderd als efficiëntie-instrument, niet als technologie die het karakter van werk fundamenteel verandert. Daardoor blijft onbesproken wat werk eigenlijk betekent voor professionals, ambtenaren en burgers. Zoals Janine Vos van Rabobank in een recente DenkTank-podcast stelde: werk is niet slechts een reeks taken, maar een bron van zingeving, verbondenheid en identiteit. Wanneer AI routinetaken overneemt, ontstaat er niet automatisch ruimte. Er moet ook worden nagedacht over de herinrichting van werk.
Wat nu ontbreekt, is visie. De overheid erkent het technologische potentieel van GenAI, heeft eerder een algemene visie op GenAI gepubliceerd, maar durft geen principiële keuzes te maken. Wat is de bedoeling van publieke dienstverlening in tijden van AI? Hoe verandert de relatie met de burger als AI de toegangspoort tot de overheid wordt? Wat vraagt dit van de rol, positie en het werk van ambtenaren?
AI in de publieke sector gaat niet alleen over snelheid of kostenbesparing. Het gaat over vertrouwen, autonomie en publieke waarden. Daarom is het tijd dat de overheid verder kijkt dan pilots en processen. Wat nodig is, is een heldere visie op wat GenAI betekent voor de menselijke maat in dienstverlening en voor de publieke sector als drager van democratische legitimiteit. Zonder zo’n visie wordt AI iets dat met de publieke sector gebeurt, in plaats van iets waarmee zij zichzelf vernieuwt.
Update 23 april:
Het kan geen toeval zijn, maar ik lees net dat de overheid gisteren haar standpunt over de inzet van generatieve AI heeft verruimd:
Het kabinet heeft nieuwe spelregels afgesproken met gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties over het gebruik van generatieve AI. Ambtenaren krijgen meer ruimte om generatieve AI in te zetten in hun werk, bijvoorbeeld om vergunningsaanvragen te versnellen, vragen van burgers en ondernemers sneller te beantwoorden, of om efficiënter besluiten te nemen. Daarbij moeten zij zich wel aan bepaalde voorwaarden houden.
Ik moet de onderliggende documenten nog lezen, maar het lijkt erop dat het gebruik inderdaad is verruimd. Tegelijkertijd lijkt er nog geen duidelijke visie te zijn op hoe om te gaan met de toekomst van werk in relatie tot de inzet van generatieve AI.
5 reacties
Europa heeft al een visie op hoe om te gaan met Agentic-AI, de opvolger van genAI. Ondertussen overkomt het ons hier allemaal.
Waar kan ik die EU-visie vinden? En waarom nemen wij die niet over als die goed is?
Heb wel deze gevonden: European approach to artificial intelligence.
Overigens heeft de Nederlandse overheid eerder een visie op GenAI gepubliceerd. Maar voor zover ik me kan herinneren wordt daarin wel ingegaan op de impact van AI op medewerker en burger — maar vooral in algemene termen en met een institutioneel kader. De mens komt wel degelijk aan bod, maar veelal in beleidsmatige taal en zonder diepgaande reflectie op werk, zingeving of veranderende sociale verhoudingen.
Ik ken deze: https://cms-lawnow.com/en/ealerts/2025/04/agentic-ai-and-the-eu-ai-act
Basis is het risico model van de AI Act.
Dank voor de link Hermannus. Zie dat er vooral aandacht is voor wat fout kan gaan, maar weinig richtinggevend over wat AI zou kunnen bijdragen aan een menswaardige publieke sector. Maar het begin is er idd.