Van smart city naar citiverse – hoe Rotterdam digitaal opnieuw wordt uitgevonden

door Marco Derksen op 13 april 2025

Afgelopen week was Roland van der Heijden te gast in het leerprogramma Strategisch Leiderschap & Digitale Transformatie van de Politieacademie. Toevallig schoof hij recentelijk ook aan in de podcast De Strategie van de Kreeft, waar hij in gesprek ging met Yousri Mandour over de digitale toekomst van Rotterdam. Beide momenten gaven een unieke inkijk in zijn visie en aanpak op het gebied van stedelijke digitalisering.

Vanuit zijn rol als programmamanager van het Rotterdam Citiverse en initiatiefnemer van het Open Urban Platform (OUP) nam Van der Heijden ons mee in een fundamenteel andere manier van denken over technologie, samenleving en stadsontwikkeling (zie ook mijn eerdere blog over de digitale transformatie van gemeente Rotterdam).

Centraal in zijn verhaal staat de overgang van de traditionele sociaal-fysieke stad naar een sociaal-fysiek-digitale stad. Volgens Van der Heijden is digitalisering niet slechts een technisch hulpmiddel om bestaande processen efficiënter te maken, maar vooral een structurele verandering van de werkelijkheid waarin we leven. Waar ‘smart city’-oplossingen vaak draaien om het toevoegen van technologie aan fysieke objecten — denk aan sensoren in stoplichten of slimme parkeerplekken — pleit hij voor een breder, mensgericht perspectief waarin de digitale, fysieke en sociale dimensies met elkaar verweven zijn.

Deze integrale benadering krijgt vorm in het Rotterdam Citiverse, een Europees initiatief dat bewust contrasteert met het commerciële en technocratische karakter van de metaverse. Waar de metaverse focust op virtuele werelden in private handen, draait het Citiverse om mensgerichte, publieke digitale infrastructuur. Geen ‘digitale speeltuin van big tech’, maar een gedeelde ruimte waarin de burger centraal staat.

Een belangrijk fundament onder deze visie is het Open Urban Platform (OUP), dat fungeert als de digitale ruggengraat van de stad. Hierop worden data uit allerlei bronnen — van BIM-modellen van woningcorporaties tot realtime mobiliteitsdata — verzameld, ontsloten en gedeeld. Zo ontstaat een Urban Digital Twin: een slim 3D-model van de stad, gevoed met actuele data, dat niet alleen wordt gebruikt voor stadsplanning, maar ook voor veiligheid en burgerparticipatie.

Een krachtig voorbeeld is de samenwerking met de Rotterdamse brandweer en woningcorporatie Woonstad. Als er nu een melding binnenkomt, beschikt de brandweer vaak slechts over een verouderde 2D-plattegrond van de begane grond. Dankzij het OUP kunnen nu actuele 3D-modellen van woningen beschikbaar worden gesteld binnen de cruciale vijf tot acht minuten aanrijdtijd. Dit verhoogt de veiligheid, versnelt de besluitvorming en kan levens redden.

Een andere samenwerking is met BMW. De autofabrikant kan onder strikte voorwaarden gegevens leveren over het aantal inzittenden bij een ongeluk of over temperatuurstijgingen in elektrische voertuigen — een mogelijke indicator van brandgevaar. Alleen in noodgevallen wordt deze privacygevoelige data ontsloten, wat aantoont dat digitale infrastructuur ook ethisch verantwoord kan worden ingericht.

Naast veiligheid ligt er een sterke focus op burgerparticipatie. In wijken zoals Kralingen kunnen bewoners via een interactieve tool hun eigen omgeving visualiseren in 3D. Niet alleen vanuit het abstracte perspectief van de gemeente, maar vanuit hun eigen straat of woning. Hierdoor kunnen zij direct reageren op plannen voor bijvoorbeeld een nieuwe brug, uitbreiding van Excelsior of herontwikkeling van Brainpark. Bewoners kunnen letterlijk hun eigen leefomgeving inrichten met digitale elementen zoals bomen, speeltoestellen of verlichting — inclusief budgetrestricties en spelprincipes. Zo wordt inspraak omgevormd tot interactieve co-creatie.

Van der Heijden benadrukt dat deze transformatie niet begint bij technologie, maar bij nieuwe vormen van samenwerking tussen overheid, bedrijven, kennisinstellingen en burgers. Zijn team werkt volgens het principe “van silo naar ecosysteem”: weg van maatwerk per afdeling, richting een gedeeld fundament waarop toepassingen als een soort appstore kunnen draaien. Dit maakt het voor bedrijven aantrekkelijker om schaalbare oplossingen te ontwikkelen, en voor gemeenten eenvoudiger om die in gebruik te nemen zonder telkens opnieuw het wiel uit te vinden.

“Innovatie is 25% technologie, 75% organisatie en gedrag.”

Belangrijk in zijn verhaal is ook het leiderschapsvraagstuk. Digitale transformatie is volgens Van der Heijden slechts voor 25% technisch, en voor 75% een kwestie van organisatiecultuur, mandaat en mindset (zie ook Henk Volberda cs). Hij schetst een organisatie waarin sommige mensen al op ‘niveau 10’ staan qua digitaal bewustzijn, terwijl de meeste collega’s nog tussen niveau 2 en 5 opereren. Zijn aanpak: niet iedereen tegelijk proberen te overtuigen, maar beginnen ‘waar de energie zit’. Kleine successen vergroten het vertrouwen en trekken langzaam anderen mee in de beweging.

De Citiverse-aanpak maakt ook ruimte voor toekomstgerichte vernieuwing, zoals het concept van een persoonlijke datakluis. Daarmee hebben burgers zelf controle over hun eigen data en kunnen zij tijdelijk toegang verlenen aan overheidsdiensten of bedrijven. Niet langer eindeloos formulieren invullen, maar veilige en transparante datadeling op eigen voorwaarden. Hierin ziet Van der Heijden een van de bouwstenen van een digitale publieke ruimte waarin vertrouwen centraal staat.

Wat Rotterdam met Citiverse en het OUP laat zien, is dat digitalisering geen IT-project is, maar een maatschappelijk project. Het raakt aan ethiek, democratie, inclusie en bestuur. Het is een poging om als stad regie te herwinnen in een digitale wereld die tot nu toe vooral is vormgegeven door commerciële platformen.

De belangrijkste conclusie van Van der Heijdens verhaal is dat de stad van de toekomst geen plek is die we later pas moeten bouwen. Ze wordt vandaag al ontwikkeld. Wachten betekent dat anderen het voor ons doen. Zijn aanbeveling is helder: denk groot, begin klein, en vooral: begin waar de energie zit. Organiseer het digitaal zó dat iedereen kan meedoen.

Het is de combinatie van visie, daadkracht en mensgerichtheid dat Rotterdam voor mij een Europese voorloper maakt in digitale transformatie. Geen ‘smart city’ als pr-term, maar een Citiverse waarin stad en burger samen digitaal evolueren. En ja, dat moet inderdaad Citi zijn (van citizen) en niet City 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Laatste blogs

Bekijk alle blogs (1232)
Contact