Afgelopen week publiceerde het World Economic Forum (WEF) het rapport The Future of Jobs 2018 (pdf). Belangrijkste conclusie van het WEF-rapport is dat machines in 2025 meer taken doen dan mensen, maar dat de toenemende robotisering in de komende vijf jaar wereldwijd 58 miljoen netto nieuwe banen zal creëren.
Voor veel media blijft de toekomst van werk een lastig onderwerp. Zo brengt de NOS de conclusies van het rapport als een doemscenario door te stellen dat over zeven jaar 52 procent van de banen in handen is van robots (onjuist, het gaat om 52 procent van de taken die door robots worden uitgevoerd). NU.nl brengt het genuanceerder door te stellen dat robotisering de komende vijf jaar 58 miljoen nieuwe banen creëert (juist, netto komen er volgens het WEF inderdaad wereldwijd 58 miljoen banen bij).
Overigens benadrukt het WEF dat het om voorzichtige schattingen gaat. Ook dat is weer op verschillende manieren te interpreteren. Mijn interpretatie – die los staat van het rapport – is dat we voorzichtig moeten zijn met de interpretatie van deze cijfers omdat we het simpelweg niet weten waar we over vijf tot tien jaar staan. Voor mij is de belangrijkste conclusie dan ook dat we ons vooral moeten voorbereiden op een enorme verschuiving van werkzaamheden en dat betekent voor veel mensen dat ze nieuwe kennis en vaardigheden moeten aanleren. Het is dan ook van groot belang dat overheden, organisaties en uiteraard de mensen zelf dat ze zich voorbereiden op een verschuiving in werkzaamheden!
1 reactie
Het gaat niet alleen om een verschuiving in werkzaamheden, maar ook _ en wat mij betreft vooral – om het creëren van een heel nieuwe economie waarin wat mensen doen – ook werk in het huishouden, mantelzorg – benoemd gaat worden als werk, waar dan een beloning tegenover staat.
In het begin van de vorige eeuw heft een persoon een (zeker voor deze tijd) bijzonder schotschrift geschreven:
Er worden wegen aangelegd en straten gemaakt, de dienstverlening wordt verbeterd, elektrisch licht verandert nacht in dag, er wordt water gebracht vanuit de bergen 150 km verderop – en dat alles gebeurt terwijl de grondbezitter stilzit. Elk van deze verbeteringen wordt bewerkstelligd door de arbeid van anderen en het geld van de belastingbetaler. Geen van deze verbeteringen is het gevolg van wat de grondmonopolist bijdraagt, maar toch vergroot elk daarvan de waarde van zijn bezit. Hij is op geen enkele wijze dienstbaar aan de gemeenschap, draagt niets bij aan het algemeen welzijn en levert geen enkele bijdrage aan het proces waaruit zijn verrijking voortkomt. (…) De onverdiende waardestijging van de grond die de grondmonopolist binnenhaalt, is exact evenredig met de door hem veroorzaakte hinder en niet met de door hem verleende diensten. Uit “Uit de puinhopen”, Blz. 102
De naam van de schrijver van dit opruiende citaat: Winston Churchill!
http://www.landvaluetax.org/current-affairs-comment/winston-churchill-said-it-all-better-then-we-can.html
Een uitgangspunt voor die nieuwe economische situatie zou moeten zijn dat iedereen die er aan bijdraagt ervan profiteert. Renteniers moeten elkaar maar gelukkig maken op een ver eiland of in de ruimte…