Eén digitale koers voor de overheid

door Marco Derksen op 2 september 2025

De Nederlandse overheid spreekt al ruim vijfentwintig jaar over dezelfde digitale ambities: burgers en ondernemers centraal stellen, gegevensuitwisseling verbeteren en dienstverlening toegankelijk maken. De voortgang bleef echter beperkt doordat organisaties afzonderlijk hun eigen koers volgden. Het resultaat: slecht aansluitende systemen en een groeiende afhankelijkheid van een klein aantal grote technologiebedrijven. De urgentie om dit te doorbreken is groot, mede door geopolitieke spanningen, de krapte op de arbeidsmarkt en Europese doelstellingen uit de Digital Decade.

Tegen die achtergrond werd de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) vlak voor het zomerreces aan de Tweede Kamer aangeboden. De behandeling krijgt vaart. Vandaag is tijdens de iBestuur Conferentie de NDS-Raad gelanceerd, die uitvoering en voortgang van de strategie moet bewaken. Morgen op woensdag 3 september volgt een openbare technische briefing bij de commissie Digitale Zaken. Kamerleden hebben daarna tot vrijdag 5 september 12.00 uur de tijd om hun vragen in te dienen, waarna de verdere behandeling wordt ingepland.

Wat is de essentie van de NDS?
De Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) wil versnippering doorbreken en stelt het principe “centraal afspreken, federatief inrichten” voorop. Overheidsorganisaties voeren collectieve afspraken en standaarden in hun eigen tempo door, maar bewegen richting gezamenlijke doelen. De strategie benoemt zes onderling verbonden prioriteiten:

  • De eerste is een gezamenlijke cloudstrategie, inclusief de verkenning van een soevereine overheidscloud en een centrale marktplaats voor clouddiensten.
  • De tweede is het federatief datastelsel: bindende afspraken en standaarden die gegevensuitwisseling eenvoudiger en veiliger maken en gezamenlijke knelpunten oplossen.
  • De derde prioriteit is kunstmatige intelligentie (AI). Er komt een overheidsbrede aanpak met auditbare normen, een AI-opschalingsfaciliteit, de inzet van open taalmodellen uit Nederland en de EU, en de oprichting van een AI-competentiecentrum.
  • De vierde prioriteit richt zich op burgers en ondernemers: één digitale ingang tot de overheid, proactieve dienstverlening en procesontwerp vanuit de leefwereld van gebruikers.
  • De vijfde prioriteit is digitale weerbaarheid en autonomie, met een federatief Security Operations Center, beleid rond quantumveilige cryptografie en maatregelen om de afhankelijkheid van leveranciers te verminderen.
  • De zesde en laatste prioriteit is digitaal vakmanschap en een moderne werkomgeving. Dat betekent een gezamenlijke personeelsstrategie, centrale pools van digitaliseringsprofessionals, kennisdeling en een digitale werkomgeving die datagedreven werken ondersteunt.

De zesde en laatste prioriteit is overigens misschien wel de belangrijkste en de basis om de noodzakelijke digitale transformatie uberhaupt te kunnen realiseren. Digitaal vakmanschap bij overheidsambtenaren betekent dat je je werk goed kunt doen in een steeds digitalere wereld. Het gaat niet alleen om weten hoe digitale systemen werken, maar vooral om begrijpen wat digitalisering betekent voor je werk, voor burgers en voor de samenleving. Een digitaal vakbekwame ambtenaar kan slim omgaan met data en technologie, kritisch nadenken over hun impact en samenwerken over afdelingen en organisaties heen. Het vraagt om nieuwsgierigheid, leervermogen en een houding waarin je technologie niet klakkeloos volgt, maar bewust inzet om publieke waarden te versterken. Kortom, digitaal vakmanschap is het vermogen om in een digitale tijd op een mensgerichte, verstandige en wendbare manier te werken voor het publieke belang.

De vrijblijvendheid verdwijnt. Standaarden en collectieve bouwstenen worden verplicht gesteld. Er komt een gezamenlijke investeringsagenda en een uitvoeringsprogramma dat nadruk legt op realisatie en samenwerking. De bestuurlijke sturing krijgt vorm via een nieuw Bestuurlijk Overleg Digitalisering, de zogenoemde Thorbecketafel. De NDS-Raad adviseert onafhankelijk over voortgang en uitvoering.

NDS-Raad
De NDS-Raad bestaat uit veertien leden uit overheid, bedrijfsleven en wetenschap. Bekende namen zijn onder anderen Arre Zuurmond (voormalig regeringscommissaris Informatiehuishouding), Bas Dunnebier (Chief Science and Technology Officer bij de AIVD), Emily Glastra (voorzitter branchevereniging NLdigital), Inge Bryan (voorzitter Dutch Institute for Vulnerability Disclosure) en Nitesh Bharosa (hoogleraar GovTech en innovatie, TU Delft). Vanuit de overheid nemen onder anderen Hans Ouwehand (voorzitter Raad van Bestuur CAK) en Jan Gudde (waarnemend hoofddirecteur Bedrijfsvoering bij JenV) deel aan de raad. Voorzitter is Nathan Ducastel. De raad geeft gevraagd en ongevraagd advies en moet bijdragen aan versnelling en koersvastheid.

Breder beleidskader
De NDS vormt samen met de Strategie Digitale Economie (SDE) en de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS) het fundament van het kabinetsbrede digitaliseringsbeleid. Waar de NDS zich richt op de overheid en de collectieve infrastructuur, versterkt de SDE de digitale economie en innovatie. De NLCS vult dit aan door de cyberweerbaarheid van vitale infrastructuur, bedrijven en burgers te vergroten, met maatregelen zoals de opschaling van het Nationaal Detectie Netwerk en aandacht voor quantumveilige cryptografie.

Reflecties en kanttekeningen
De NDS is een duidelijke poging om versnippering tegen te gaan. Zij sluit nauw aan bij het toekomstscenario Krachtig Collectief van de Argumentenfabriek (2023), waarin digitalisering in het algemeen belang wordt georganiseerd. Daarmee is de strategie tegelijk kwetsbaar: in andere scenario’s, waarin bijvoorbeeld Big Tech of lokale gemeenschappen het voortouw nemen, kan de gekozen aanpak minder goed werken.

In vergelijking met de eindrapportage van Arre Zuurmond (2025) valt op dat de NDS vooral inzet op technische en programmatische oplossingen. Zuurmond legt juist de nadruk op cultuur, leiderschap en eigenaarschap. Omdat de NDS deze aspecten beperkt behandelt, bestaat het risico dat de bestuurlijke patronen die vernieuwing eerder vertraagden, blijven bestaan.

Tot slot blijft de vraag open of de verantwoordelijkheid voor digitalisering bij een staatssecretaris voldoende bestuurlijk gewicht heeft. Het idee van een aparte minister voor Digitale Zaken komt regelmatig terug in het debat, maar wordt in de NDS niet genoemd.

Goed dat er nu een Nederlandse Digitaliseringsstrategie ligt. Nu nog de concrete stappen.

Bronnen

4 reacties

Beantwoord

Van strategie naar uitvoering: de kern van de NDS-briefing

Vanmiddag heb ik meegeluisterd naar de technische briefing bij de commissie Digitale Zaken, die vooral draaide om de start en uitrol van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). De directe aanleiding is de vaststelling van de NDS door Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en publieke dienstverleners, de lancering van de NDS-raad en de planning om vanuit die strategie snel te komen tot een uitvoeringsprogramma en investeringsagenda. Aan tafel zaten Mark Vermeer (directeur Digitale Overheid, BZK), Art de Blaauw (directeur CIO Rijk, BZK) en Nathan Ducastel (voorzitter NDS-raad). Aan de zijde van de Kamer waren aanwezig: Jan Valize (PVV), Jesse Six Dijkstra (NSC) en Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA). De voorzitter was Marieke Wijen-Nass (BBB). De opkomst aan de kant van de commissie was beperkt: VVD-lid Martijn Buijsse was afwezig en slechts drie leden namen actief deel aan de behandeling.

De kern van de briefing was tweeledig. Eerst werd de plek van de NDS geschetst: één gezamenlijke strategie om de digitale basis van de overheid te versterken, aanvullend op de Strategie Digitale Economie en de Nederlandse Cybersecuritystrategie. Digitalisering wordt daarbij neergezet als antwoord op actuele drukpunten zoals geopolitieke afhankelijkheden en krapte op de arbeidsmarkt. Het verschil met eerdere trajecten zit vooral in het hoe: meer gezamenlijke sturing, minder vrijblijvendheid en een federatieve uitvoering over bestuurslagen heen.

Vervolgens kwamen de bouwstenen. Vier generieke interventies moeten het verschil maken in de uitvoering: het strakker afspreken én handhaven van digitale standaarden (met een stevigere rol voor Forum Standaardisatie), het ontwikkelen en, waar logisch, verplicht stellen van collectieve bouwstenen (DigiD is het bekende voorbeeld), een overheidsbrede IT-sourcingstrategie inclusief bundeling van inkoopkracht, en gezamenlijke implementatie van digitale wetgeving en het oplossen van juridische knelpunten die datadeling en moderne dienstverlening belemmeren. De sprekers waren helder dat eerdere inspanningen bestonden, maar nu expliciet gekoppeld worden aan gezamenlijke governance en uitvoering.

De zes prioriteiten van de NDS werden inhoudelijk ingekleurd. Bij cloud gaat het om het verkleinen van versnippering, het beperken van afhankelijkheid van enkele grote leveranciers en het verkennen van een overheidsbrede soevereine clouddienst op Nederlandse of Europese bodem, naast een centrale marktplaats voor cloudoplossingen. Bij data staat een federatief datastelsel centraal, met één manier van gegevensuitwisseling over bestuurslagen heen en een systematiek om juridische, technische en ethische knelpunten zichtbaar en oplosbaar te maken; daarbij werd de Centrale Commissie Gegevensgebruik genoemd voor gezaghebbende uitspraken bij lastige casuïstiek. Voor artificiële intelligentie wordt ingezet op verantwoorde toepassing en een betere basis: generieke voorzieningen zoals veilige, bij voorkeur Europese of Nederlandse, open taalmodellen en voldoende rekenkracht. De inrichting van een overheidsbreed AI-competentiecentrum is in voorbereiding. De prioriteit ‘burgers en ondernemers centraal’ draait om herkenbare ontwerpprincipes, proactieve dienstverlening waar dat kan en het doorontwikkelen van overheidsbrede loketten, zonder te vervallen in één fysiek megaloket. Digitale weerbaarheid en autonomie moeten omhoog via gezamenlijke aanpak van cyberrisico’s, standaardisatie van ‘cyberveilige bouwstenen’ en betere samenwerking tussen security operations centers. Tot slot komt er een personeelsstrategie voor digitalisering en afspraken tussen overheidsacademies over kennisontwikkeling, omdat digitaal vakmanschap en een moderne werkomgeving voorwaarden zijn voor alle andere stappen.

Een belangrijk stuk van het gesprek ging over financiën en haalbaarheid. Het uitvoeringsprogramma van de NDS is in concept en wordt nu uitgewerkt naar concrete activiteiten per prioriteit. Niet alles hoeft te wachten: doorlopende trajecten, zoals het interbestuurlijke datastelsel, lopen door; andere onderdelen vragen om nieuwe middelen. De uitwerking van kosten gebeurt ‘van grof naar fijn’, te beginnen bij digitale weerbaarheid en autonomie, en moet naast extra investeringen ook bundeling en gerichtere inzet van bestaande uitgaven opleveren. Kamerleden vroegen nadrukkelijk om meer afrekenbaarheid: tijdlijnen, budgetten per prioriteit en duidelijke verantwoordelijkheden in plaats van vooral ‘verkennen’ en ‘aanjagen’. De sprekers koppelden die behoefte aan de komende investeringsagenda.

De NDS-raad werd gepositioneerd als onafhankelijk adviesorgaan dat gevraagd en ongevraagd de uitvoering van de NDS moet verrijken en versnellen. De raad telt veertien deskundigen uit overheid, wetenschap en bedrijfsleven en sluit aan op de zes prioriteiten via aanjaagteams. Adviezen gaan parallel naar de bestuurlijke en ambtelijke lijnen; de verdere inrichting van het secretariaat en de opvolging van adviezen wordt nog uitgewerkt. Op verzoek vanuit de Kamer wordt bij die uitwerking expliciet aandacht besteed aan navolgbaarheid: wat is geadviseerd, wat is opgevolgd en wat niet.

De belangrijkste conclusies uit de briefing zijn dat de NDS niet zozeer nieuw beleid introduceert, maar de uitvoering wil kantelen: van losse initiatieven naar gezamenlijke standaarden, bouwstenen en inkoop, en van intenties naar gezamenlijke governance met een duidelijke structuur voor het wegnemen van juridische en organisatorische blokkades. Kritisch bezien ligt de lat vooral bij uitvoering en doorzettingsmacht. Zonder duidelijke handhaving op standaarden en architectuur blijft ‘comply or explain’ een papieren constructie. Een soevereine cloud en een marktplaats kunnen afhankelijkheden verkleinen, maar vragen eerst scherpe definities van wat ‘soeverein’ is, hoe exit-mogelijkheden zijn geborgd en hoe publieke en private rollen worden ingericht. Het federatief datastelsel kan alleen werken met consequente toepassing van afspraken en voldoende capaciteit voor juridische en ethische toetsing; anders stokt datadeling opnieuw op interpretatieverschillen en risico-aversie. De raad kan tempo maken, maar alleen als adviezen zichtbaar landen in de besturing en er concrete KPI’s per prioriteit komen: mijlpalen, financiering, verantwoordelijken.

Ten slotte toch ook nog een opmerking over de beperkte aanwezigheid van Kamerleden. Van de 29 vaste leden van de commissie waren slechts 4 leden aanwezig. Nu is het gebruikelijk dat niet alle leden aanwezig zijn bij een briefing, maar dit lage aantal vergroot het risico dat de politieke verankering van keuzes (geld, prioriteiten, verplichtende afspraken) achterblijft, terwijl juist die keuzes het verschil gaan maken tussen intentie en realisatie. En met de komende verkiezingen voor de deur ben ik erg benieuwd naar de voortgang.

Kamerleden kunnen tot vrijdag 5 september om 12.00 uur hun aanvullende vragen indienen; daarna wordt de verdere behandeling ingepland.

Beantwoord

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Laatste blogs

Bekijk alle blogs (1232)
Contact