Afgelopen week heeft de ChatGPT-taskforce van de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPB) het document ‘Report of the work undertaken by the ChatGPT Taskforce‘ gepubliceerd. Het rapport beschrijft de werkzaamheden van deze taskforce die is opgericht om de onderzoeken van verschillende nationale privacytoezichthouders naar ChatGPT van OpenAI te coördineren.
De taskforce heeft enkele belangrijke privacykwesties rond ChatGPT geidentificeert:
- De rechtmatigheid van het verzamelen van trainingsdata via webscraping en het gebruik ervan voor het trainen van ChatGPT’s taalmodel. OpenAI beroept zich op het gerechtvaardigd belang (art. 6.1.f AVG) maar moet waarborgen implementeren zoals filtering van bepaalde data.
- Transparantie over hoe persoonlijke data wordt gebruikt voor training en in de interactie met ChatGPT.
- De nauwkeurigheid van ChatGPT’s output, die mogelijk onjuist of vertekend kan zijn vanwege de probabilistische aard van het model.
- Het faciliteren van de rechten van gebruikers op hun persoonsgegevens gebruikt voor training.
Het rapport benadrukt dat technische onmogelijkheden geen rechtvaardiging kunnen zijn voor het niet naleven van de AVG. Verdere richtsnoeren over AI-regulering worden aangekondigd.
Barry Scannell, consultant bij William Fry, reageert op LinkedIn dat dit een belangrijke zaak is. Hij licht toe dat het rapport inzicht geeft in de verwachtingen van toezichthouders rond grote taalmodellen als ChatGPT en hun naleving van de AVG. Scannell bespreekt de verschillende verwerkingen van persoonsgegevens door OpenAI, zoals webscraping, gebruikersinput en de output van ChatGPT. Hij gaat in op de juridische grondslag, transparantie, gegevenskwaliteit en de rechten van betrokkenen. Scannell concludeert dat het rapport waardevolle inzichten biedt voor bedrijven die met AI-modellen werken over hoe de AVG moet worden nageleefd.
