In het septembernummer van Magazine Medisch Specialist gaat gezondheidsjurist Corrette Ploem in op de juridische en ethische vragen rond het gebruik van AI in de zorg. Ploem, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, ziet AI als een krachtig instrument dat de zorg kan verbeteren, maar benadrukt dat artsen altijd zelf de regie moeten houden. In het interview waarschuwt ze voor mogelijke risico’s zoals onnodige zorgconsumptie en verlies van persoonlijk contact met de patiënt, en bespreekt ze de juridische verantwoordelijkheden die AI met zich meebrengt.
Lees het volledige interview: Magazine Medisch Specialist, september 2024.
Corrette Ploem bespreekt in het interview de uitdagingen en aandachtspunten bij het gebruik van AI in de zorg. Ze benadrukt dat AI een krachtige rol kan spelen in diagnostiek en behandeling en kan bijdragen aan meer efficiëntie en betere zorguitkomsten. Toch waarschuwt ze voor een onkritische inzet van AI, die kan leiden tot overconsumptie van zorg en het risico dat AI de relatie tussen arts en patiënt verstoort. Ploem adviseert artsen om altijd zelf de controle te behouden en niet te veel op AI te vertrouwen.
1. AI in de zorg: kansen en risico’s
AI biedt mogelijkheden, van het verlichten van administratieve lasten tot het verbeteren van diagnostiek. Ploem ziet bijvoorbeeld potentieel in AI-gestuurde robots bij operaties, die mogelijk de overlevingskansen kunnen vergroten en complicaties verminderen. Toch wijst ze op risico’s zoals overconsumptie van zorg door het onnodig opsporen van afwijkingen waarvoor geen behandeling is. Dit kan patiënten onnodig ongerust maken en leidt tot een extra belasting van de zorg.
2. Juridische kaders en aansprakelijkheid
In de huidige wetgeving zijn geen aparte regels voor AI vastgelegd. Volgens Ploem moeten artsen AI toepassen als “goede hulpverlener,” waarbij zij zich aan richtlijnen en protocollen houden die hun vakgebied reguleren. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) blijven ook bij het gebruik van AI leidend. Aansprakelijkheid voor fouten ligt ingewikkeld: hoewel artsen doorgaans niet aansprakelijk worden gehouden als zij AI zorgvuldig gebruiken volgens de richtlijnen, kunnen ontwikkelaars of ziekenhuizen verantwoordelijk worden gesteld bij problemen.
3. Privacy en datadeling
De inzet van AI brengt ook uitdagingen op het gebied van privacy en het delen van patiëntgegevens met zich mee. Volgens Ploem moeten artsen zorgvuldig omgaan met toestemming van patiënten, zeker bij gevoelige gegevens zoals DNA-analyses. Ze is voorstander van een bezwaarsysteem voor minder risicovolle datadeling, mits er transparantie is en patiënten persoonlijk geïnformeerd worden. Voor gevoelige data, vooral als deze aan commerciële partijen of buiten de EU gedeeld worden, moet toestemming het uitgangspunt blijven.
4. Het belang van persoonlijk contact
Ploem stelt dat persoonlijk contact, al dan niet digitaal, essentieel is in de arts-patiëntrelatie. AI mag dit contact niet vervangen, omdat goede communicatie de samenwerking tussen arts en patiënt versterkt en fouten helpt voorkomen. Ze pleit ervoor om dit vast te leggen in wetgeving, zodat persoonlijk contact altijd gewaarborgd blijft.
5. Aanbevelingen voor medisch specialisten
Ploem raadt ten slotte specialisten aan om de inzet van AI binnen hun vakgebied te verkennen en de kansen en risico’s te evalueren. Ze benadrukt het belang van een gedegen, kritische benadering van AI: artsen moeten AI beschouwen als een nuttig hulpmiddel dat hun werk kan verrijken, maar mogen zich er niet door laten overrulen.