Leen Gorissen, innovatiebiologe en expert op het gebied van duurzame transities, was vandaag een van de keynote sprekers op het VINT Symposium 2024 waar ze een zeer inspirend verhaal hield over natural intelligence of natuurlijke intelligentie (NI). Over wat we als mensen maar vooral ook als organisaties kunnen leren van de natuur die al 3,8 miljard jaar zonder uitputting, vervuiling en degradatie ontwerpt, produceert en innoveert.
Leen Gorissen is een Belgische innovatiebiologe en expert op het gebied van duurzame transities. Ze heeft een doctoraat in biologie en is gespecialiseerd in ecologie, transitiekunde, regeneratief ontwerp en natuurgeïnspireerde innovatie. Van 2009 tot 2017 werkte ze als transitieonderzoekscoördinator bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in België. In 2017 richtte ze Studio Transitio op, een consultancybedrijf gericht op “Innovatie die goed is voor zowel bedrijven als de planeet”. Momenteel is ze oprichter van Centre4NI, een organisatie die bedrijven helpt te innoveren op een manier die is geïnspireerd door de natuur.
Gorissen promoot benaderingen als biomimicry (het nabootsen van natuurlijke systemen), permacultuur, regeneratief ontwerp en natuurgebaseerde oplossingen. Haar visie en ideeen heeft ze beschreven in het boek “Building the Future of Innovation on Millions of Years of Natural Intelligence” waarin ze pleit voor NI als leidraad voor innovatie in plaats van AI. Als het goed is verschijnt dit boek in het najaar ook in het Nederlands.
Gorissen was vandaag één van de keynote sprekers op het VINT Symposium 2024 waar ze een zeer inspirend verhaal hield over NI. Over wat we als mensen maar vooral ook als organisaties kunnen leren van de natuur die al 3,8 miljard jaar zonder uitputting, vervuiling en degradatie ontwerpt, produceert en innoveert.
Vooraf had ik al een podcast van haar geluisterd waarin ze heel duidelijk stelling neemt: We moeten de regeneratieve en circulaire principes van de natuur toepassen op innovatie, businessmodellen, producten en steden om ze duurzaam te maken in plaats van uitputtend. Gorissen promoot het concept van NI als alternatief voor de huidige lineaire en reductionistische industriële aanpak. Organisaties moeten de juiste condities creëren voor duurzame, bottom-up initiatieven om te groeien, in plaats van ze top-down op te leggen. De focus moet verschuiven van efficiëntie naar essentie.
Gorissen noemt in haar podcasts en lezingen verschillende voorbeelden van natuurlijke intelligentie die we kunnen bestuderen:
- Bijenpopulaties hebben efficiënte logistieke algoritmen ontwikkeld die al door luchtvaartmaatschappijen worden gebruikt voor logistieke optimalisatie.
- Mieren hebben efficiënte manieren ontwikkeld om resources snel naar hun kolonie te brengen, met logica waar we nog veel van kunnen leren.
- Het myceliumnetwerk (zwamvlokken) onder de grond fungeert als een ‘wood wide web’ dat energie, grondstoffen en zelfs gezondheidszorg ‘transporteert’.
- Mieren en termieten kweken hun eigen paddenstoelen en waren de eerste landbouwers.
- Bomen en schimmels hebben een symbiontische relatie waarbij schimmels biomassa afbreken dat bomen niet zelf kunnen verteren.
- Paddenstoelen trekken vocht aan met hun sporen en creëren zo regendruppels, waardoor ze investeren in de toekomst van volgende paddenstoelengeneraties.
- Walvissen helpen het klimaat te koelen door de groei van plankton te stimuleren met hun uitwerpselen. Plankton neemt enorme hoeveelheden CO2 op en produceert de helft van de zuurstof op aarde.
- Termieten bouwen vernuftige heuvels die vocht en nutriënten opslaan, waardoor ze woestijnen kunnen vergroenen.
- De terugkeer van wolven in gebieden herstelt de balans in ecosystemen, omdat het gedrag van prooidieren als herten verandert waardoor ze minder overgrazen.
- Spinnenwebben zijn sterker dan Kevlar en worden op kamertemperatuur gemaakt van dode vliegen en water, een veel duurzamer proces dan plastic vezels maken.
- De ribben van cactussen zorgen voor een natuurlijke ventilatie die ze koelt, wat kan worden toegepast in duurzame gebouwen.
Ook in haar lezing vandaag kwamen weer tal van voorbeelden voorbij van wat we kunnen leren van de natuur. Van giraffen over efficiënte voedselopname, van algen over het efficiënt opvangen van zonne-energie, van gekko’s over kleven zonder lijm, van kevers over het maken van metaalkleurige, biogebaseerde materialen, van zwammen en paddenstoelen over mijnbouw zonder gif, van uilen over “zien” met oren en van waterbeertjes over overleven zonder water en omgaan met kritische stoffen. Ze ging in haar lezing ook in op dierlijk bewustzijn en inteligentie. Bewustzijn is breder verspreid dan we denken – zo geven walvissen elkaar namen, nemen Afrikaanse wilde honden groepsbeslissingen en heeft de chimpansee een beter cognitief geheugen dan wij als mens. Gorissen benadrukt dat we van zulke ‘overlevingskampioenen’ kunnen leren hoe we kunnen innoveren op een regeneratieve manier die de aarde gezonder en rijker achterlaat in plaats van uit te putten.
Sander Duivestein en Menno van Doorn, dank weer voor de uitnodiging en de meer dan inspirerend symposium!
Voor wie meer wil lezen over dit onderwerp, zie ook mijn laatste nieuwsbrief over wat we van de natuur kunnen leren.