De toekomst is van ons allemaal. Ook de waterschappen denken na over de toekomst. En de toekomst brengt onzekerheid met zich mee. Hoe gaan we daarmee om? Daarover sprak futurist Tessa Cramer tijdens het online Waterinnovatiefestival 2021 dat als thema had ‘Het waterschap van de toekomst’.
Het is één van de onderwerpen in de speciale nieuwsbrief van de Unie van Waterschappen waarin ze terugblikken op het afgelopen jaar.
De waterschappen zijn toekomstgericht bezig met onder meer energie en klimaat. Dat blijkt wel uit het feit dat ze al voor 43 procent zelfvoorzienend zijn door eigen duurzame energieproductie. Dat staat in de Klimaatmonitor Waterschappen.
Ook digitalisering is een belangrijk thema: digitalisering biedt veel slimme oplossingen voor waterbeheer. De waterschappen vinden daarom dat we als één overheid met dit onderwerp aan de slag moeten.
En zoals gezegd, de toekomst kwam ook aan bod tijdens het online Waterinnovatiefestival dat dit jaar als thema ‘Het waterschap van de toekomst’ had. Futurist Tessa Cramer ging daarbij in op de vraag hoe je vaardig wordt in het denken over de toekomst:
Als mensen zijn we geneigd om een lineair toekomstbeeld aan te houden aldus Cramer. We denken over de toekomst op basis van hoe het vandaag is. Cramer haalde als voorbeeld IBM-baas Thomas Watson aan, die in 1943 meende dat er in de wereld maar plaats zou zijn voor 5 computers. Daarom is volgens haar verbeeldingskracht belangrijk als we over de toekomst nadenken.
Om goed na te kunnen denken, hebben we volgens Cramer behoefte aan ‘tussenruimte’. Daarin neem je de tijd om je oordeel uit te stellen, om nog even niet te weten hoe iets in elkaar zit. “Die ruimte zouden we vaker moeten nemen”, zei Cramer. “Deze tussenruimte inspireert tot nieuwe inzichten.”
De 3 belangrijkste punten in het betoog van Cramer:
- Leer zien wat je aannames zijn. En probeer een lineair toekomstbeeld te voorkomen door uit je bubbel te stappen.
- Stel jezelf continu de vraag wat ertoe doet en zoek manieren om er gestalte aan te geven.
- Cultiveer het ongemak, stel de vragen die nodig zijn en doe dat zo compassievol mogelijk.
Ruim zeven jaar geleden, op 17 maart 2014, publiceerde de OECD (Organization for Economic Co-operation and Development) het rapport ‘Water governance in the Netherlands: Fit for the future?’, waarin het Nederlands waterbeleid tegen het licht werd gehouden. Centraal in de studie stond de vraag naar de toekomstbestendigheid van het Nederlands waterbeleid. Een vraag die de jarenlange discussie over de kwaliteit van samenwerken tussen centrale en decentrale overheden en de permanente discussie over de toekomst van de Nederlandse waterschappen op scherp zette.
Een rapport dat dit jaar is uitgebracht en terugblikt op dit OECD-rapport maar niet wordt genoemd in de nieuwsbrief, is het rapport ‘Toekomst van het waterschap, waterschap van de toekomst‘ (pdf) van Kees Jan de Vet, Martijn van der Steen en Jorgen Schram.
De trends in dit rapport (van opgavegericht werken tot klimaatverandering en technologische innovaties) laten één ding met zekerheid zien: de toekomst brengt voor de waterschappen grote veranderingen met zich mee. Die veranderingen liggen niet zozeer in het verlengde van wat er al was, maar wijzen naar een fundamenteel andere toekomst. Met andere uitdagingen in het veld, maar ook andere vormen van organiseren en werken aan maatschappelijke opgaven. Dat is meer dan een kwestie van meer of beter opereren; het gaat ook om wezenlijk anders werken en ook aan andersoortige opgaven. Wat de uitdagingen precies zullen zijn is niet goed te voorspellen; dat er sprake is van disruptieve veranderingen in de opgave en de organisaties en systemen zelf lijkt zeker. Daarom is het nu nodig om de watersector toe te rusten op een andere toekomst. Een toekomstgericht watersysteem is niet alleen ‘klaar’ voor meer en beter, maar is ook toegerust op anders.
Van A naar B, via de spelregels van B!
2 reacties
Beste Marco,
Dit onderwerp gaat me aan mijn hart: het was de aanleiding voor mijn master MMict – volledig gericht op het waterschapsbedrijf.
vanuit een organisatie analyse kan niet anders worden geconcludeerd at individuele waterschapsorganisatie verantwoording zulen afleggen aan het eigen bestuur en dus eigen afwegingen zullen maken: dit is de oorzaak waarom zoveel ICT projecten falen (belasingen – GIS, Standaarden – etc etc)..
In mijn tijd bij het waterschap heb ik mij bv gericht op de legger – de kroon juwelen van het waterschap waarmee de juridische invloedszone (de waterschapsgrenzen rondom waterstaatswerken) worden vastgelegd. Alleen al het feit hoe hier mee wordt omgegaan geeft al aan dat de waan van de dag regeert.
Om een lang verhaal kort te houden: er is maar 1 weg voor een toekomstige waterschap en dat is richting Rijkswaterschap (a la Rijkswaterstaat met diverse regional verstigingen onder 1 en dezelfde leiding en structuur).
Al het overige is meestribbelen in de tussenruimte (de fusie tussenruimte duurt namenlijk al ruim 30 jaar) met als ultieme argument; bij ons in het waterschap is het net anders, dus….
reacties worden op prijs gesteld…
Zie ook: