Samenleven is samen leren

door Marco Derksen op 25 maart 2018

Afgelopen weken heb ik een bijdrage mogen leveren aan diverse congressen, seminars en bijeenkomsten waar het thema onderwijs en de toekomst van werk op de agenda stond. Van het Nationale Bibliotheekcongres in Den Helder tot het seminar Samenscholing Geboden in Ulft.

Het is inmiddels wel duidelijk dat een studie kiezen die je klaarstoomt voor een carrière voor de rest van je leven verleden tijd is. De arbeidsmarkt verandert razendsnel door technologische ontwikkelingen. Banen verdwijnen of veranderen. Inmiddels raakt de technologische ontwikkeling niet alleen banen van laagopgeleide werknemers, maar ook die van middelbaar- en hoger opgeleiden. Wie de veranderingen wil bijbenen, moet zich zijn hele werkzame leven bij- en omscholen zeggen wetenschappers en de overheid. Maar wat leren we onze kinderen om voorbereid te zijn op deze continue veranderende arbeidsmarkt?

Afgelopen donderdag heb ik ademloos geluisterd naar Jan Terlouw die ons meenam in zijn visie op het onderwijs. Graag deel ik een aantal van zijn lessen!

Jan Terlouw tijdens seminar Samenscholing Geboden (Foto: Marco Derksen)

Jan Terlouw werd geboren in Kamperveen op 15 november 1931 en groeide op in het Veluwse Garderen. Jan Terlouw heeft naam gemaakt als schrijver, politicus en wetenschapper in de kernfysica. Persoonlijk ken ik hem vooral als voorman van D66 en de laatste jaren van zijn mooie reflecties op de huidige samenleving.

In het boek Samenscholing Geboden en tijdens het gelijknamige seminar afgelopen donderdag in Ulft gaf hij een prachtige reflectie op zijn ervaringen met het onderwijs. Enkele lessen die hij ons meegaf:

Specialist of generalist?

“Het zal zo’n twintig jaar geleden zijn dat ik voorzitter was van een commissie die voor staatssecretaris Aad Nuis een onderzoek deed onder het bedrijfsleven. Het doel was om te vernemen of men de verregaande specialisaties in het onderwijs wenselijk vond. Op dat moment konden studenten uit zo’n 240 specialisaties kiezen in het hbo. De vraag was: Wil het bedrijfsleven dat eigenlijk wel? Destijds gaf het bedrijfsleven ons al terug dat dit voor hen niet hoefde. ‘We hebben veel liever iemand die een goede algemene basis heeft. De benodigde specialisatie, die leren we de mensen hier binnen wel aan. Stuur ons niet iemand die al helemaal diep gespecialiseerd is — men denkt dan dat het makkelijker is om een functie te vinden — maar leer de kinderen van jongs af aan de algemene basiskennis.’ Dat vond ik een opmerkelijke uitkomst.”

“Voor de academische studies kunnen we natuurlijk niet om specialisatie heen. Voor het mbo en hbo is het veel, belangrijker om goede generalisten af te leveren. De ontwikkelingen in het bedrijfsleven gaan dusdanig snel dat het onderwijs dit niet bij kan houden. Zorg in de lagere opleidingsniveaus dat specialisatie niet ten koste gaat van de algemene kennis. Het persoonlijke contact tussen leraar en leerling is vormend voor de toekomst van de leerling.”

Individualisering

“De specialisering is echter voortgezet en tegenwoordig komt daar de individualisering van het onderwijs nog bij. Het loopt door elkaar heen in de klas. Ieder kind heeft z’n eigen taken en eigen snelheid. Dat zou je alleen moeten doen voor het vak rekenen. Rekenen doen kinderen inderdaad ieder op hun eigen tempo. Maar alle andere dingen bieden de kans om het beter samen te doen: lezen, geschiedenis, talen – dat zijn gemeenschappelijke dingen. Zo leren kinderen ook om dingen samen te doen en niet alleen. We zijn tenslotte een samenleving.”

Toekomstige skills

“Wat jongeren voor de toekomst nodig hebben, is leren betrouwbaar te zijn. Breng ze discipline bij. Uiteindelijk houden kinderen zelf ook van discipline. Alles wat ik geleerd heb in mijn leven, heb ik van leraren meegekregen. Het zijn altijd de personen die me inspireerden. Ik hield van juffrouw Reus, ondanks dat ze me een kroontjespen in mijn rechterhand duwde, terwijl ik linkshandig ben. Ze stimuleerde me om dingen te dóén. De leraar is zoveel meer dan alleen de wegwijzer van waar je iets kunt vinden. Zorg dat er middelen zijn om leerlingen bewust te maken van het feit dat ze onderdeel zijn van een samenleving. De wereld bestaat uit henzelf en een hele hoop andere mensen. Bouw vertrouwen en laat ze samen willen zoeken naar oplossingen. Laat ze samen lezen en samen leren. Een mooi voorbeeld: de Deventer Musical – een heel jaar les in zingen, uitspraak en choreografie. Samen iets opbouwen, op de planken in de grote schouwburg. Breng er beleving in, samen optreden, presteren, presenteren; ze vergeten nooit meer dat ze daar deel van hebben uitgemaakt.”

Geschiedenis

“Geschiedenis is erg belangrijk. Ik heb bij iedere eeuw een beeld over hoe de wereld er toen uitzag. Ik denk niet dat kinderen dat nog hebben, een idee van hoe we hier terechtgekomen zijn. Het is heel opmerkelijk: er hebben tienduizenden jaren mensen op de aarde geleefd. Die hadden strijdbijlen, pijl en boog, naald en draad — maar ze documenteerden niets dus werd er niets overgedragen aan volgende generaties. Ze konden niet van elkaar leren, er was geen continuïteit. Pas toen men leerde lezen en schrijven, gingen de ontwikkelingen heel snel. Sinds 400 jaar hebben we het ‘meten is weten’ opgepakt met bijvoorbeeld Galilei en Newton en nu is het tempo adembenemend. Het is ook heel gevaarlijk. We kunnen de snelheid van de ontwikkelingen niet aan. We zijn nu zo ver dat we de hele aarde kunnen verwoesten, maar emotioneel zijn we helemaal niet zo ver dat we dat tegenhouden. Dat is het grote gevaar van deze tijd.”

Burgerschap

“Je moet jongeren vanaf de basisschool het vak ‘Staatsinrichting’ meegeven. Dat klinkt wellicht wat te ingewikkeld. Waar het op neerkomt is: je moet kinderen van jongs af aan meegeven wat hun rechten en plichten zijn als staatsburger.’ Voorbereiding op stemrecht, de verantwoordelijkheid en de plichten. Als ze zouden weten wat ze voor impact hebben, zouden ze er niet over prakkezeren om niet te gaan stemmen. Hoeveel procent van de Nederlanders weet nog dat de Grondwet er is Om de burgers te beschermen tegen de overheid? Dat is namelijk de basis van de Grondwet. Dat is in de 19° eeuw bevochten van de macht van de Koning om de burger garanties te geven en te beschermen tegen willekeur en onrecht. Het is zo fundamenteel en bijna niemand die dat nog weet. Het wordt op scholen nauwelijks onderwezen. Het zou ook de basis moeten zijn van het vreemdelingenbeleid. Als vreemdelingen binnenkomen, is het belangrijk om vanaf het begin af aan uit te leggen wat het betekent om Nederlands staatsburger te zijn.”

Leiderschap

“Van grote invloed zijn de ontwikkelingen in computers met zelflerende capaciteiten. Laat twee computers tegen elkaar schaken en in no time verslaan ze de wereldkampioen. Laat computers een taal ontwikkelen met elkaar en de programmeur kan de taal zelf niet meer volgen. De robotisering, de genetische modificatiemogelijkheden – we kunnen de genen van de mens verbeteren, maar willen we dat ook? Als we dit niet proberen te begrijpen en beslissen wat we wel en wat we niet willen, dan is de wereld in gevaar. Onze emoties kunnen op geen stukken na bijhouden wat technologie allemaal mogelijk maakt. Emotioneel zijn we nog steeds even ver als 3000 jaar geleden. Mijn zorg is dat de politiek hier in het openbaar geen beschouwingen over houdt. Ook binnen de politieke partijen horen we er te weinig over van de leidende politici of kennisinstituten. De politiek is meer met management bezig: er is een probleem, dat gaan we oplossen. Dat doet een ondernemer ook. Maar leiderschap betekent dat je moet proberen de samenleving te snappen en te bewaken door dingen te overzien en te signaleren. We zijn te druk met de waan van de dag. We moeten de basisvraag beantwoorden: Is technologie baas of knecht? Staat het ons ten dienste of overkomt het ons en schrijft het ons voor?”

“Een Groningse boer had kort na de oorlog tien knechten – nu geen meer, maar wel veel grote machines. Hij kan de boerderij makkelijk alleen met zijn vrouw af. De machines namen veel van het fysieke werk over. Nu hebben we computerrevolutie gekregen. Veel van wat wij met ons brein deden, doen de computers nu in no time. Zo stoten ze dus werk af, bijvoorbeeld in de bankensector. De politiek moet zich dus goed afvragen: Hoeveel werk is er nog over twintig jaar? En is het erg dat er minder werk over is? Het antwoord is: nee, dat is absoluut niet erg. Als we maar wel goed vérdelen wat er over is. Dan moeten we na gaan denken over zaken als basisínkomen. Wordt het niet tijd dat we zeggen: niemand heeft gevraagd om op deze wereld gezet te worden, het is je overkomen. De wereld ziet er misschien zo uit, dat het helemaal niet bij je past, maar dat is nu eenmaal zo. Het minste dat we kunnen doen, is zorgen dat de mens kan bestaan. Ik vind de gedachte van een basisinkomen heel gezond. Je moet erover nadenken: wat betekent dat, hoe moetje dat doen? Ik hoor de politiek er niet over, hooguit hier en daar een columnist of een groep burgers.”

“Wat we zien, is dat bijna alles een economische beoordeling of prikkel heeft. Dat heeft ook z’n weerklank op het onderwijs. Je hoort altijd weer die financiële criteria. Binnen het bedrijfsleven heeft een verschuiving plaatsgevonden door aandeelhouders meer invloed te geven. Dat is eigenlijk een catastrofale ontwikkeling. Waar het bedrijfsleven eerst keek naar de continuïteit van het bedrijf en naar de mensen en de omgeving, komt er nu een aandeelhouder die zegt: verkoop het bedrijf maar want dat is in mijn financieel belang. De macht van het kapitaal wordt steeds groter. Het kapitaal denkt echter niet aan de toekomst of aan de conditie van de aarde. Het denkt niet aan betere verdeling van de werkgelegenheid, het stuurt alleen op geld. Het leidt onherroepelijk tot een tweedeling: de voordelen komen terecht bij de bovenlaag. Zo krijg je bijvoorbeeld een Brexit; de onderlaag pikt het niet meer. Als we nou toch eens op zouden houden met altijd eerst naar het economisch belang te kijken. Er zijn nog zoveel andere belangen. Als de economie aantrekt en er ontstaat krapte, ga dan niet grote groepen buitenlanders binnenbrengen. Over vijf jaar blijft die groep over als het weer minder wordt. Groei dan maar wat minder hard. Volg niet blindelings de conjunctuur, maar groei zo hard als de arbeidsmarkt het aankan.”

Interesse in het hele interview van Margot Nijkamp met Jan Terlouw, of de vele andere interviews over onderwijs, dan kan ik het boek Samenscholing Geboden absoluut aanbevelen!

  • Jan Terlouw tijdens Samenscholing Geboden (Foto: Marco Derksen)
  • Jan Terlouw tijdens Samenscholing Geboden (Foto: Marco Derksen)
  • Jan Terlouw tijdens Samenscholing Geboden (Foto: Marco Derksen)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Laatste blogs

Bekijk alle blogs (1021)
Contact