Van mensgericht naar verbonden intelligentie: een nieuw perspectief op AI

door Marco Derksen op 25 oktober 2025

Lange tijd werd kunstmatige intelligentie (AI) vooral ontwikkeld om te dienen wat we “vooruitgang” noemen: meer efficiëntie, meer groei, meer winst. De mens kwam meestal pas op de tweede plaats.

Als tegenreactie ontstond Human-Centered AI (HCAI), een benadering van AI die menselijke waarden, behoeften en welzijn centraal stelt in ontwerp en ontwikkeling. In plaats van te streven naar maximale efficiëntie of het vervangen van mensen, richt HCAI zich op samenwerking tussen mens en machine, waarbij technologie menselijke vermogens versterkt in plaats van verdringt. Het boek Human-Centered AI (2022) van Ben Shneiderman wordt daarbij gezien als het fundament van deze beweging.

Toch groeit het besef dat ook dit perspectief te beperkt is. AI beïnvloedt niet alleen mensen, maar complete samenlevingen, ecosystemen en toekomstige generaties. Reden om eens verder te kijken naar wat we ook wel noemen Beyond Human-Centered AI:

De documentaire 'I Am the River, the River Is Me' gaat over de Whanganui rivier in Nieuw-Zeeland die in 2017 als eerste rivier ter wereld dezelfde rechten kreeg als de mens (zoals ook organisaties die kennen).

In de bredere visie van Beyond Human-Centered AI wordt AI ontworpen binnen de context waarin ze functioneert: tussen mens, natuur, technologie en gemeenschap. Dat vraagt om systeemdenken en inzicht in hoe technologische keuzes doorwerken in economie, cultuur en ecologie. Ontwerpers en beleidsmakers worden uitgedaagd om niet alleen te streven naar efficiëntie en effectiviteit, maar vooral naar rechtvaardigheid, duurzaamheid en wederkerigheid.

De les uit Aotearoa: technologie als deel van het leven
Een inspirerend voorbeeld komt uit Nieuw-Zeeland. In de Māori-wereldvisie is alles met elkaar verbonden. Mensen, dieren, rivieren en bergen vormen samen één levend netwerk. Alles heeft mauri (levenskracht) en maakt deel uit van whakapapa (stamboom van het leven). Vanuit dat wereldbeeld ontstaan drie leidende principes: kaitiakitanga
(zorg en verantwoordelijkheid voor de aarde), manaakitanga (respect en zorg voor anderen) en tikanga (het juiste doen voor gemeenschap en omgeving).

Een concreet voorbeeld is het Kaitiaki Intelligence Platform (KIP), een inheems geleid systeem dat moderne sensoren combineert met traditionele kennis. Het platform verzamelt niet alleen gegevens over lucht, water of bodem. Het kijkt vooral naar hoe gezond de natuur is: of een rivier nog leeft, of een gebied nog kracht heeft. De mensen die daar wonen, houden zelf de regie over de gegevens. Zo helpt technologie om beter voor de aarde te zorgen, in plaats van haar te gebruiken of uit te putten.

Het KIP laat zien dat AI niet alleen data kan verwerken, maar ook relaties kan versterken. Technologie wordt hier niet ingezet voor controle, maar voor zorg en wederkerigheid. Dat is een fundamenteel ander uitgangspunt dan het westerse idee van technologie als middel tot beheersing. Onderzoekers als Yong, Hudson en Whaanga (2023) spreken in dit verband over Māori Algorithmic Sovereignty: het idee dat algoritmen moreel juist moeten handelen binnen hun context.

Een ander concreet voorbeeld is het Abundant Intelligences-programma van Lewis, Whaanga en Yolgörmez (2025), waarin onderzoekers uit Canada, de VS en Nieuw-Zeeland samen met inheemse gemeenschappen AI ontwikkelen vanuit relationele kennismodellen. Het uitgangspunt daarbij is dat het draait om hoe we weten (epistemologie) en niet alleen om wat we weten (feiten en cijfers). Inheemse denkwijzen benadrukken relaties, zorg en gemeenschap boven individuele efficiëntie en effectiviteit. Via lokale onderzoekspods experimenteren teams met toepassingen die AI verbinden aan taal, cultuur en welzijn. Het doel is een vorm van AI die niet alleen slimmer, maar ook rechtvaardiger en meer verbonden met mens en aarde is.

De essentie van Beyond Human-Centered AI is dat technologie deel uitmaakt van een groter geheel. AI is geen neutraal instrument, maar een actieve speler in onze sociale en ecologische systemen. Wie AI ontwerpt of toepast, is medeverantwoordelijk voor de waarden en doelen die daarin worden ingebouwd. Voor organisaties betekent dit een fundamentele verandering in denken. Niet alleen de gebruiker telt, maar ook de gemeenschap, het milieu en toekomstige generaties. Dat vraagt om co-creatie, ethische reflectie en een eerlijk gesprek over macht: wie bepaalt eigenlijk wat “goede technologie” is en voor wie? Het gaat om een verschuiving van AI voor de mens naar AI voor het geheel.

Bij het schrijven van mijn essay AI in de energietransitie: voorbij optimalisatie kende ik deze term nog niet, maar in essentie gaat het in mijn essay om deze visie. AI kan pas echt duurzaam zijn als ze wordt ingezet binnen regeneratieve systemen. Systemen die niet alleen schade beperken, maar natuur, samenleving en economie actief helpen herstellen. In die zin vormt regeneratief denken de praktische vertaling van Beyond Human-Centered AI: technologie als partner in het juiste doen – in evenwicht met mens, aarde en toekomst.

De toekomst van intelligentie is wat mij betreft niet kunstmatig, maar verbonden!

Bronnen

2 reacties

Profielfoto
Brechje Hollaardt op schreef:

Interessante kijk, die mijn blik verruimt. Tegelijkertijd raakt het een (voor mij fundamentele) vraag aan: plaatst de mens zichzelf niet wéér, maar nu dan ‘samen met AI’, boven al het andere wat leeft? Is het niet vooral een alliantie tussen mens en AI om samen te doen ‘wat het beste is voor de aarde’? Misschien met de beste bedoelingen, maar met nog meer bemoeienis. Zoals wij met onze westerse bril op ook de ‘Derde Wereld’ wilden ‘redden’?

Beantwoord

Ken je de Māori-wereldvisie? Die is wat mij betreft inclusief zonder de mens daarin centraal of boven de rest te verheven.

Beantwoord

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Laatste blogs

Bekijk alle blogs (1216)
Contact