Armoede uitgelegd aan mensen met geld

door Marco Derksen op 29 juni 2024

Afgelopen week kreeg ik van Caroline den Hartog de tip om het boek “Armoede uitgelegd aan mensen met geld” van Tim ‘S Jongers te lezen. Ik heb het boek meteen gedownload en in één ruk uitgelezen.

Het boek biedt een kijk op de vele facetten van armoede, gebaseerd op persoonlijke ervaringen. Tim ‘S Jongers benadrukt dat armoede veel meer is dan een gebrek aan geld en diepe en blijvende gevolgen kunnen hebben. Hij bespreekt de begripskloof tussen beleidsmakers en mensen in armoede en bekritiseert de simplistische opvattingen over armoede. Met schokkende cijfers, zoals de ruim 200.000 kinderen die in Nederland opgroeien in armoede en de grote verschillen in levensverwachting en gezondheid tussen welvarende en minder welvarende mensen, maakt hij duidelijk dat armoede een complex probleem is dat alle aspecten van het leven beïnvloedt.

‘S Jongers vergelijkt subjectieve ervaringen van armoede met officiële armoedegrenzen van het CBS en het SCP. Hij benadrukt dat deze cijfers de werkelijke situatie vaak onderschatten. Structurele bestaansonzekerheid en de impact van armoede op lange termijn worden niet volledig meegenomen in de statistieken. ‘S Jongers bespreekt de gevolgen van armoede, zoals hogere zorgkosten en schulden. In 2022 hadden 1,4 miljoen huishoudens risicovolle schulden, waarvan 614.000 problematisch waren.

De intergenerationele overdracht van armoede wordt besproken, waarbij Jongers uitlegt hoe stress en ondervoeding tijdens de zwangerschap blijvende gevolgen kunnen hebben voor latere generaties. Hij benadrukt het belang van de eerste duizend dagen van een kind voor gezonde ontwikkeling en bekritiseert het concept van “armoedecultuur.” ‘S Jongers beschrijft hoe armoede een complex web van problemen vormt, waarbij hij zijn eigen ervaringen in een psychiatrische instelling deelt. Hij beschrijft hoe armoede niet alleen financiële, maar ook mentale en sociale uitsluiting veroorzaakt en pleit voor een geïntegreerde en ondersteunende aanpak vanuit de verzorgingsstaat.

‘S Jongers gaat ook in op de impact van lees- en digitale vaardigheden op armoede. Hij noemt concrete feiten en cijfers: ongeveer 100.000 Nederlanders leven in armoede als direct gevolg van laaggeletterdheid, 12% van de burgers heeft niet de basisvaardigheden om online persoonlijke zaken te regelen, en 37% lukt het niet om zelfstandig online belastingaangifte te doen of zorgtoeslag aan te vragen. Laaggeletterdheid kost de samenleving jaarlijks ongeveer 1,1 miljard euro, waarbij laaggeletterden zelf jaarlijks 572 miljoen euro aan inkomsten mislopen door minder kans op werk en lagere lonen.

‘S Jongers vertelt over de blijvende impact van armoede op zijn leven, zelfs nadat zijn financiële situatie verbeterde. Hij beschrijft de noodzaak van langdurige ondersteuning en initiatieven zoals PIEZO-methodiek en Kansrijk Groningen, die mensen helpen om uit de armoede te komen door vertrouwen op te bouwen en praktische hulp te bieden. De kloof tussen mensen in armoede en de bevoorrechte klassen wordt belicht, waarbij ‘S Jongers zijn ervaringen aan de universiteit en in de nachtopvang beschrijft en hoe de diplomademocratie bijdraagt aan sociale ongelijkheid. Hij pleit voor meer diversiteit en ervaringskennis binnen beleidsorganen.

‘S Jongers bespreekt ook de verschillende vormen van kapitaal volgens de theorie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu: financieel, cultureel, sociaal en instantiekapitaal. Financieel kapitaal is essentieel om in basisbehoeften te voorzien, cultureel kapitaal omvat kennis, vaardigheden en opleiding die bijdragen aan sociale mobiliteit, sociaal kapitaal betreft netwerken en relaties die steun en kansen bieden, en instantiekapitaal heeft betrekking op het vertrouwen in en toegang tot instellingen. Deze verschillende vormen van kapitaal zijn bepalend voor de maatschappelijke positie van individuen en benadrukken hoe ongelijkheid op meerdere niveaus wordt voortgezet.

Hij benadrukt hoe armoede mensen blijft achtervolgen, zelfs als hun situatie verbetert, en het belang van liefde en steun van naasten. Jongers bespreekt de waarde van ervaringskennis in het bestrijden van armoede en hoe persoonlijke ervaringen kunnen bijdragen aan effectievere beleidsvorming. Initiatieven zoals het werk van adviesbureau K2 en het Nationaal Actieplan Dakloosheid illustreren dit.

Tot slot roept ‘S Jongers op tot een georganiseerde tegenmacht tegen de structurele oorzaken van armoede. Hij benadrukt dat maatschappelijke organisaties meer moeten doen dan alleen symptoombestrijding.

In de epiloog reflecteert ‘S Jongers op zijn persoonlijke reis en de lessen die hij heeft geleerd. Hij wil met zijn boek een genuanceerd beeld schetsen van armoede, zonder te vervallen in een “armoedepiepshow,” en hoopt daarmee bij te dragen aan effectiever armoedebeleid en een beter begrip van armoede in de samenleving.

Het boek is wat mij betreft een absolute aanrader voor beleidsmakers, maar eigenlijk voor iedereen die zelf geen (echte) armoede kent. ‘S Jongers’ pleidooi voor een geïntegreerde en ondersteunende aanpak van armoede is overtuigend. Zijn persoonlijke verhalen en scherpe analyses maken duidelijk dat armoede niet alleen een financieel probleem is, maar ook een sociaal en mentaal vraagstuk. Het is een eye-opener dat aanzet tot nadenken!

1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Laatste blogs

Bekijk alle blogs (1026)
Contact